Door J.P. Holsheimer,
Nederland.
1. Voedsel in de natuur
Onderzoek van de bouw van snavel en spijsverteringskanaal bij een vogelsoort
kan een indicatie geven waaruit het natuurlijke voedsel van deze vogelsoort
bestaat. Een grote snavel hoeft niet te betekenen dat een vogel tot grote
krachtprestaties in staat is. De relatief grote snavel van een jaarvogel dient
ondermeer om vruchten en bessen op tamelijk onbereikbare plaatsen weg te halen;
de snavel heeft niet de kracht als die van bv. een ara, die in staat is de
hardste zaden en noten te kraken. Lori’s hebben wel een vrij grote en krachtige
snavel, maar hij vervult niet de rol als die bij andere papegaaiachtigen. Zeer
opvallend is de bouw van de tong. Bij het strekken wordt het uiteinde
waaiervormig uitgevouwen, waar dan stuifmeel aan blijft kleven welke zo kan
worden opgenomen. De tong van lori’s is ongeschikt om nectar uit bloemen te
halen, zoals we dat van kolibries kennen. Veelal wordt de bloem kapot gebeten
en de nectar eruit gezogen. Ondanks het feit dat lori’s voornamelijk vochtrijk
voedsel en stuifmeel eten hebben ze een relatief sterke snavel waarmee ze ons
pijnlijk kunnen bijten. De krop is weinig ontwikkeld omdat deze geen functie
van voorraadvorming hoeft te vervullen, zoals we dat bij zaadetende vogels
kennen. Bij zaadetende vogels zijn kliermaag en spiermaag goed van elkaar te
onderscheiden. Bij lori’s is er tussen beide magen een tamelijk grote overgang.
De spiermaag is bij lori’s minder ontwikkeld dan bij typisch zaadetende vogels.
In de natuur eten lori’s voornamelijk voedsel met een zachte structuur, zoals
vruchten (vruchtvlees en pitten), bessen, zaden, knoppen, kelk- en
kroonbladeren van bloemen, mos, stuifmeel en nectar. In gebieden waar landbouw
wordt bedreven doen ze zich te goed aan ondermeer de in het melkstadium
verkerende zaden van sorghum en rijst, en verder met suikerriet en
bamboescheuten. Dierlijk voedsel dat makkelijk te verteren is, zal zeker worden
opgenomen. Voorbeelden zijn maden, poppen, rupsen, wormen (in fruit) en
insekten met een niet te hard pantser. Blinde darmen dienen voor fermentatie
van ruwe celstof in het voedsel en aangezien het natuurlijke voedsel van lori’s
weinig ruwe celstof bevat, is hun blinde darm niet ontwikkeld. Door de relatief
lage voedingsdichtheid van het voedsel (veel vochthoudend voedsel, dus een laag
droge stof percentage) zal veel voedsel moeten worden opgenomen om aan de
dagelijkse voedingsbehoefte te voldoen. Als gevolg daarvan is de
passagesnelheid van het voedsel relatief snel en zal er ook veel mest worden
geproduceerd. Aangezien er zich veel vocht in het voedsel bevindt zal de mest
ook veel vocht bevatten. Om te voorkomen dat de veren bij de cloaca met mest
worden besmeurd, wordt bij lori’s de mest met kracht uit de cloaca gedrukt.
Het onderzoek van krop en maag, om vast te stellen wat het natuurlijke voedsel
van wilde lori’s is, is een momentopname en wordt vaak verkeerd
geïnterpreteerd. Uit de overvloedige opname van grote hoeveelheden van een
bepaalde vrucht wordt geconcludeerd dat lori’s vooral van deze vrucht leven.
Het kan zijn dat deze vruchten slechts enkele weken per jaar in zulke grote
hoeveelheden beschikbaar zijn, zodat de conclusie dat dit het hoofdvoedsel van
lori’s zou zijn onjuist is. Zijn er gedurende een langere periode bepaalde
vruchten beschikbaar waar lori’s van eten, dan is de redenering dat deze vrucht
een belangrijk onderdeel van het voedselpakket is, meer waarheidsgetrouw.
Lori’s, die alleen maar vruchten krijgen, zijn binnen enkele maanden dood.
Studie van de snavel, tong en spijsverteringskanaal en van de biotoop met het
beschikbare voedsel geeft meer informatie betreffende het natuurlijke voedsel
dan krop en maagonderzoek.
2. Voedsel in kooi- en volière
a. Eigen recepturen
De meeste fantasie van vogeliefhebbers ten aanzien van vogelvoeding is
toegepast bij het samenstellen van lorivoeding. Bij zaadeters is een
zaadmengsel het belangrijkste voedsel, waarbij de keuze van zaden tamelijk
beperkt is onder invloed van beschikbaarheid en voorkeur van de vogel. Bij
lori’s ligt dat geheel anders. Als het voedsel maar vloeibaar en zoet is: de
belangrijkste kenmerken van lorivoer, zo wordt nog vaak ten onrechte gedacht.
Iets anders krijgen ze niet en daarom zullen ze het meestal wel eten. Vele produkten
die voor menselijke consumptie worden gebruikt zijn wel eens in een loripapje
terecht gekomen. Graan- en meelprodukten, alle denkbare baby melkpoeders in
blik, (kwark en yogurt zijn vaak te zuur), voeding voor peuters in kleine
glazen potjes, alle soorten honing en voedingsmiddelen uit Reformhuizen. De
meeste melkprodukten bevatten relatief veel lactose, dat door vogels niet
verteerd kan worden omdat ze het enzym lactase missen. Het gevolg is diarree,
maar dit wordt niet onderkent door de waterige mest die lori’s produceren. Hoge
gehaltes lactose of galactose in het voedsel veroorzaken ook ataxie, het van de
stok vallen, op de rug spartelen en na verloop van tijd een spontaan herstel.
Een andere wijze van voeren is het verstrekken van alles en nog wat: een
fruitsalade, universeelvoer, wat zaden, hard gekookt ei, gekookte rijst en als
levend voedsel bv. meelwormen. Zelfs in dierentuinen van naam zien we deze vorm
van lorivoeding nog toegepast. De kweekresultaten van deze tuinen, zoals
gepubliceerd in International Zoo Yearbook, liegen er trouwens niet om; ze zijn
vaak bedroevend slecht! Wanneer er veel fruit wordt verstrekt moet men zich
realiseren dat vele vruchten nogal vochtrijk zijn en van bepaalde
voedingsstoffen weinig of in het geheel niets bevatten. Of de vogels dan een
volwaardige voeding krijgen is niet na te gaan. Een volwaardige voeding
betekent dat de behoefte aan energie en 42 voedingsstoffen gedekt moeten zijn
en dat er geen overmaat aan bepaalde voedingsstoffen of voedermiddelen in het voer
zijn. De voedingsstoffen worden uitgedrukt in energiewaarde (g/MJ ds). Het
vermelden van de hoeveelheid energie welke een lorivoeding zou moeten bevatten
is al een discussie op zich en alleen maar te beredeneren door wetenschappelijk
geschoolde voedingsspecialisten. Het aantal mensen, die zich professioneel met
vogelvoeding bezig houden, is mondiaal gezien, bijzonder klein. Het is daarom
opvallend dat bepaalde dierentuinen en kwekers van lori’s uitspraken doen over
voer, terwijl die elke wetenschappelijke grondslag missen. Het vermelden van
merknamen als Milupa, Casilan, Gevral, Super Hydramin, Farex, Mellins food,
Sunshine, etc. heeft niet veel zin omdat ze alleen in bepaalde landen
beschikbaar zijn. En ze worden nimmer op voedingswaarde geëvalueerd. Het uitdrukken
van ingredinten in maten als kopjes, lepeltjes en mespuntjes is voor velerlei
uitleg vatbaar en heeft dus ook geen zin. Het vermelden van bv. het
eiwitgehalte zonder iets te weten over hoeveelheid en verteerbaarheid van
aminozuren zorgt alleen maar voor verwarring.
Waterige mest kan worden voorkomen door de vogels vochtarm voedsel te geven,
zoals geweekt zaad en eivoer. Zo denken nog vele handelaren, omdat een vogel
met wat vastere mest in een kooi natuurlijk makkelijker verkoopt. Wanneer de vertering
van het drogere voedsel lang duurt is de vogel snel verzadigd en kan dus geen
voedsel opnemen door de beperkte capaciteit van de krop. Op den duur raken deze
vogels ondervoed, verliezen conditie en komen niet tot voortplanting. De kans
op voedingstekorten bij deze vorm van voeding is tamelijk groot. Sommige
kwekers geven het lorivoer ook wel in droge vorm, met daarnaast water. Omdat
voedingsstoffen alleen in opgeloste toestand zijn te verteren, zullen de vogels
water gaan drinken, zodat de mest toch weer vloeibaar wordt. Het verstrekken
van droog voer zou zinvol zijn bij hoge omgevingstemperaturen, waardoor
voorkomen wordt dat het opgeloste voer gaat schiften. En verder om het minder
aantrekkelijk te maken voor bijen, wespen en andere insekten. Tot op heden zijn
over het verstrekken van droog voer, naar onze informatie, nog geen resultaten
gepubliceerd.
b. Commerciële lorivoeding
In Europa zijn een viertal lorivoeders verkrijgbaar. In Nederland zijn dat 2
merken, te weten Lorinectar van Avesproduct B.V. en Lorivoeding van CéDé. Op de
verpakking van Cédé lorivoeding staat dat dit ook gebruikt kan worden om jonge
zaadetende vogels met de hand groot te brengen. De voederbehoefte van volwassen
lori’s en jonge zaadetende vogels zijn echter geheel verschillend en daarom
lijkt het ons onwaarschijnlijk dat hetzelfde voer aan beide groepen vogels
gegeven kan worden. In Duitsland wordt Nekton Lori door Nekton verkocht en
Systeemfutter A en B door Biotropic Verlag. Omdat jonge lori’s een andere
voeding nodig hebben dan volwassen lori’s zou er een onderscheid gemaakt moeten
worden tussen beide. Slechts 1 Nederlandse firma verkoopt dit lori-opfokvoer,
te weten Loristart van Avesproduct B.V.
De prijzen van de verschillende lorivoeders lopen sterk uiteen. Omgerekend per
kg droog product is het duurste voer wel 4 maal zo duur als het goedkoopste
voer!
Lorinectar en Loristart worden verkocht in zakken van 900 gram inhoud.
Lorivoeding wordt verkocht in verpakking van 500 gram. Nekton-lori wordt in
verschillende verpakkingseenheden verkocht. Systeemfutter A en B worden
verkocht in hoeveelheden van 500 gram ieder. Bij Systeemfutter A moet men
echter nog honing toevoegen. Dat honing en nectar twee verschillende produkten
zijn schijnen fabrikant en klant zich echter niet te realiseren. Een voer waar
honing aan wordt toegevoegd trekt ook bijen en wespen aan.
De gebruikswaarde van een lorivoer wordt niet alleen bepaald door de prijs die
men er voor betaalt. De energiewaarde van het voer bepaalt in belangrijke mate
de hoeveelheid die de vogels ervan opnemen. Tussen merken zijn grote
verschillen te constateren. Als de vogels van het ene merk bijna 2 maal zoveel
eten als van het andere merk dan is dat in het gebruik ook twee maal zo duur.
Ook de mest, die door gebruik van de verschillende voeders door de vogels wordt
geproduceerd, verschilt nogal. Van voeders met een slechte verteerbaarheid of
lage energiewaarde wordt veel meer mest geproduceerd, en dat is in kooi of
volière duidelijk te zien. Er moet veel werk worden verricht om alles schoon te
houden en dat is niet bevordelijk voor de rust. Kan men deze
schoonmaakwerkzaamheden niet opbrengen, dan vervuilt alles snel wat veelal het
einde van de loriliefhebberij betekent.
c. Lorivoeding in de praktijk.
Welk voedsel men in de praktijk gebruikt is van verschillende factoren
afhankelijk. Genoemd kan worden de gebruiksvriendelijkheid, d.w.z. hoeveel tijd
men moet besteden om het voer klaar te maken. Eigen bereide voeders vergen meer
tijd dan kant-en-klare voeders. Er zijn lorivoeders waar ontzettend mee wordt
geknoeid. En zo zijn er ook verschillen in hoeveelheid en consistentie van de
mest. Een tweede punt is de voedingswaarde van het voer. Wanneer eigen
receptuur lorivoeding een goede conditie en voortplanting geven zal dit geen
aanleiding geven om op kant-en-klare voeding over te stappen. De praktijk leert
echter dat vele zelfmengers op den duur toch naar fabrieksmerken overstappen,
indien de prijs daarvan acceptabel is. Het is gebruiksvriendelijker, maar ook
de zekerheid van de gewenste voedingswaarde wordt zo gewaarborgd, als deze
echter aan de normen voldoen. Een derde punt is de houdbaarheid van het produkt
in opgeloste toestand. Zakt het produkt snel uit en hoe houdt het zich bij
hogere omgevingstemperaturen. Ook de bacteriologische gesteldheid is van
belang. Een vierde punt is de prijs die men voor het voer betaalt. Men zou een
vergelijking kunnen maken tussen de voerkosten van verschillende voeders
enerzijds en de opbrengst aan gekweekte vogels anderzijds. Vaak blijken eigen
recepturen aanzienlijk duurder te zijn dan de goedkopere kant-en-klaar voeders,
waarbij de arbeidskosten (bv. in dierentuinen) van eigen bereide mengsels niet
zijn ingecalculeerd.
Samenvattend kunnen we stellen dat een goede voeding, welke op eenvoudige wijze
is klaar te maken, voor een groot deel verantwoordelijk is voor het plezier
waarmee de loriliefhebberij wordt beleefd. In de nabije toekomst zullen we
zelfvoorzienend moeten worden omdat er geen importen meer zullen plaatsvinden.
Het fokken met zuivere vogels moet worden gestimuleerd; bastaarden en mutaties
hebben geen plaats in onze liefhebberij. Het samenstellen van stamboeken zou in
de toekomst ter hand moeten worden genomen om inteelt te voorkomen.