Dubbeloog vijgparkiet.
(Cyclopsitta diopthalma).
Engels: Double-eyed fig parrot.
Duits: Masken zwergpapagei.
Frans: Lorillet Ć double oeil.
Herkomst : West Irian,
west Papoea en west Nw. Guinea.
Totale lengte: 14 cm.
Ringmaat: ???
Gewicht: ???
Uiterlijk:Overwegend groen gekleurd, masker en wangvlekken rood met aan de onderkant een blauwe vlek de hoeveelheid rood en blauw is variabel en onderscheid de verschillende ondersoorten. Om het oog een blauwe ring, snavel zwart en poten grijs. Onderkant vleugels geel. Het rode masker en wangvlekken ontbreken bij de vrouwtjes.
De familie van de dubbeloogvijgparkieten bestaat uit 8 ondersoorten waarvan er drie voorkomen in AustraliĆ«. De bekendste en meest voorkomende van de Australische soorten is wel de Macleay’s vijgparkiet. Het zijn over het algemeen vrij moeilijke vogels om in avicultuur te houden en te kweken. Dit komt mede door het gevarieerde menu dat deze vogeltjes nodig hebben. In de vrije natuur leven ze van verschillende soorten inheemse vijgen, vruchten, bloemen, nectar en insectenlarven. Maar zaden van de verschillende soorten vijgen zijn wel hun hoofdvoedsel. Een kweekverslag van de dubbeloog wordt hierbij weergegeven door de Nederlandse vogelkweker Gerben Boom:
17 en 18 dagen oud. 24 en 25 dagen oud.
32 en 33 dagen oud. 40 dagen oud.
Toen
ik de dubbelogen kreeg heb ik ze in een grote kistkooi van 150cm lang, 100 cm
hoog en 50cm diep geplaatst. Vanaf de eerste dag leek het alsof de vogels niet
“gelukkig” waren. Ik weet niet precies hoe dat beter aan te duiden,
maar hun houding en gedragingen gaven mij die indruk; het was net alsof ze
“verzopen” in die grote kooi. Het blok (een staand blok van zo’n 25cm
hoog) hebben ze nooit van dichtbij gezien. Ik heb ze toen maar uitgevangen en
in een agapornidenkooi gezet, een standaard “van Keulen” kooi van
100cm lang, 40cm hoog en 40cm diep, met het standaard langwerpige
parkieten-schuifblok (met tussenschotje) dat bij de van Keulen kooien hoort.
Binnen het uur hadden ze al in het blok gezeten en leken ze veel blijer te
zijn. Ze werden veel rustiger en bleven rustig op stok zitten als ik met mijn
hand in de kooi kwam om de voerbakjes te verwisselen (een jaar later aten ze
zelfs uit de hand). Ik was blijkbaar in het bezit van een broedlustig
koppeltje, want het duurde niet lang of de eerste eitjes dienden zich aan.
Alleen waren de eerste nestjes allemaal onbevrucht. Op een gegeven moment waren
de eitjes wel bevrucht en kwamen ze ook uit. Ik heb best wel een aantal nestjes
met bevruchte eitjes gehad, die ook bijna allemaal uitgekomen zijn. Het
opgroeien van de jongen (altijd 2, maar 1 keer zelfs 3) ging nagenoeg altijd
wel goed. Het grote probleem was de week na het uitvliegen. Ik heb bijna alle
jongen in de week na het uitvliegen verloren, en altijd op dezelfde manier: de
ene dag was er niets te zien en de volgende lag het jong dood in de kooi. De
jongen vlogen op een leeftijd van plm. 40 dagen uit en werden geringd met
ringmaat 4,5 mm.
Dan de voeding. Bij mij kregen de vijgjes iedere dag 5 bakjes voorgeschoteld:
1) loripap (Aves), niet te dun
2) klein beetje agapornidenzaad (waren ze gek op!!)
3) eivoer
4) water
5) (de grootste bak) fruit: minstens 2 soorten klein
gesneden fruit, o.a. appel, peer, mandarijn, banaan, wortel, gewelde rozijnen,
etc. Uiteraard kregen ze ook vaak vijgen: gedroogde vijgen welke 24 uur in
waterwaren geweekt en dan in kleine stukjes gesneden gevoerd. Plakt wel
heel erg, en ingedroogde stukjes vijg op het gaas of op de achterwand is erg
moeilijk te verwijderen, maar de vogels zijn er verzot op!!! Als er jongen in
het blok lagen werd er geen zaad gevoerd (bekend gegeven voor vijgpapegaaien:
jongen kunnen geen harde scherpe dingen verdragen).