Algemene
deel door Jos Hubers, Nederland Praktijkervaringen door Rosemary Wiseman,
Engeland.
Met toestemming overgenomen uit Lori Journaal.
Ervaringen met de Desmarest Vijgpapegaai, Psittaculirostris
desmarestii
Vijgpapegaaien van het geslacht Psittaculirostris komen voor op Irian Yaja,
Papua Nieuw-Guinea en een aantal omringende eilanden. De Desmarest vijgpapegaai
vormt hierop geen uitzondering. Desmarest vijgpapegaaien hebben een groot
verspreidingsgebied maar zijn nergens erg algemeen.
Het is verder de enige van dit geslacht waarbij geen uiterlijk kleurverschil
aanwezig is tussen mannetje en vrouwtje. Ook kent dit soort als enige een aantal
ondersoorten.
Beschrijving en distributie
Van deze soort zijn 6 ondersoorten bekend. De meeste hiervan zijn voor ons
alleen bekend als balg in de musea voor natuurlijke historie.
Aangezien er toch 3 ondersoorten (waarvan 1 dubieus) gehouden worden en ook om
compleet te zijn, worden alle 6 ondersoorten met behulp van de foto’s globaal
beschreven.
Allereerst de nominaatvorm:
– Psittaculirostris desmarestii desmarestii
Komt voor op het oostelijke deel van het Vogelkop schiereiland, West Irian.
Dit ras is vergelijkbaar met de vogel rechts op de foto’s (op beide foto’s ziet
u dezelfde vogels). De wangen zijn echter groen met mogelijk een zeer weinig
gele aanslag. Er is een duidelijk blauwe band op de keel aanwezig. De blauwe
vlekken onder de ogen zijn wat uitgebreider. Op de achterkop bevindt zich ook
nog een variabel blauw bandje.
– P. d.intermedia
Leeft op het Onin-schiereiland, West Irian.
Lijkt op een tussenvorm van de nominaatvorm en de occidentalis. Heeft de wangen
groen met een variabele gele aanslag. Meestal geen blauw in de nek. Zoals op
beide foto’s te zien is heeft de intermedia iets meer blauw onder het oog en
een duidelijker blauwe band over de keel. De wangen zijn minder intensief
getekend.
– P. d.occidentalis
Komt voor op het westelijke deel van het Vogelkop schiereiland, West Irian en
de eilanden Salawati en Batanta.
Dit is waarschijnlijk het meest gehouden ras. Heeft felle gele wangen en mist
het blauw in de nek. Er loopt een smal blauw bandje over de borst. Tevens is er
een klein blauw vlekje onder het oog aanwezig.
– P. d.blythii
Voorkoment op het eiland Misool.
Gelijk aan de occidentalis maar mist de blauwe vlek onder het oog. De wangen
zijn meer naar oranjegeel.
– P. d.godmani
Komt voor vanaf de Mimika rivier, West Irian oostwaarts tot de Fly rivier in
Papua Nieuw-Guinea.
Het belangrijkste verschil met de occidentalis is de gele hals. De blauwe vlek
onder het oog als ook de bruinrode veren op de borst ontbreken. Alleen bij dit
ras verschillen de geslachten in kleur. De vrouwtjes hebben een groene in
plaats van een gele hals. Lichtblauwe band over de borst.
– P. d.cervicalis
Komt voor op zuidoost Papua Nieuw-Guinea.
Dit is met zekerheid de mooiste ondersoort. Zowel de schedel als de wangen zijn
oranjerood. De blauwe vlek onder het oog ontbreekt. Een duidelijke blauwe band
in de nek is aanwezig. Op de borst ontbreken de bruinrode veren maar in plaats
daarvan is een brede paarsblauwe band aanwezig.
Zoals eerder vermeld, zijn de geslachten (behalve godmani) gelijk getekend. Met
enige ervaring kan men soms de geslachten onderscheiden aan het formaat en vorm
van de kop. De vrouwtjes hebben in het algemeen een plattere en grotere kop dan
de mannetjes die een wat rondere vorm hebben.
Zover mij bekend worden alleen de eerste drie rassen gehouden. De jongen
hiervan gelijken op de ouders maar zijn matter van kleur.
Mijn vermoeden is dat het ondersoort occidentalis het meest wordt gehouden. Er
moet voor gewaakt worden dat deze ondersoort met gele wangen niet met de
nominaatvorm wordt gekruist.
Biotoop
Desmarest vijgpapegaaien worden veelal waargenomen in bossen die groeien tot op
een hoogte van 1650 meter. Waarschijnlijk is het een soort dat houdt van bebost
heuvelachtig terrein. Meestal worden ze gezien als paartjes of in kleine
groepjes. Ze voeden zich vaker in vruchtdragende bomen dan in bloeiende bomen,
meestal in gezelschap van leden uit de familie van de regenbooglori’s. Met hun
zware snavels knagen ze de houtachtige schil van de ficus kapot om bij de
zachte inhoud te komen.
Er zijn waarnemingen gedaan die er op wijzen dat ze hoogst waarschijnlijk in
kolonies broeden. De holten waar men de vogels naar binnen heeft zien gaan
zaten altijd hoog in de bomen, meestal vanaf zo’n 25 meter van de grond.
Praktijkervaringen door Rosemary Wiseman
Desmarest vijgpapegaaien zijn, naar mijn mening, de levendigste en
intelligentste uit het geslacht psittaculirostris. Salvadori- en Edwards
vijgpapegaaien zijn rustiger en terughoudender. De Desmarest is opzichtig, niet
alleen vanwege zijn uitbundige gele kleuren, de luidere stem, maar ook door het
tonen van een veelzijdige gedrag. Het dicht bij elkaar gaan zitten, en intense
wederzijdse verzorging, de manier waarop een paar Desmarest’s reageren op een
bedreigende situatie, evenals het wippen (veren) op een tak en het uitrekken en
weer intrekken van de nek zijn karakteristiek voor een paareenheid. Kibbelen
komt bij Desmarest meer voor in vergelijking met andere vijgpapegaaien waarbij
de pop dominanter, meer eisend en vaak groter is. Net als de andere vijgpapegaaien,
zien we Desmarest ook weinig op de bodem van de volière, tenzij er jongen zijn
en er naar levend voer wordt gezocht. Naar het schijnt hebben ze toch meer
vertrouwen in hun omgeving dan bijvoorbeeld Salvadori of Edwards
vijgpapegaaien. Ze verbruiken hun tijd met het knagen aan hout, onderste boven
hangen aan het gaas of ruziënd met de buren.
Er bestaan verschillende mogelijkheden om deze vogels te huisvesten. Er is
succesvol gebroed in kooien, binnenvluchten, in buiten volière’s en in
hangkooien. Uiteraard moeten ze zich veilig voelen, door een dichte zijde aan
het verblijf te construeren of door het plaatsen tegen een muur, is dit te
verwezenlijken. Een aan alle zijden open verblijf zal stress opleveren omdat de
vogels constant alert zijn. Sommigen zeggen dat als we de vogels een te lange
volière geven, de vogels, in een paniek situatie, met hoge snelheid tegen het
gaas vliegen en daarbij hun nek kunnen breken. Zelf heb ik dit nooit
waargenomen en ben eerder van mening dat de vogels meer van hun vrijheid
genieten en zich beter op hun gemak voelen in een grote volière.
Er moet te allentijde een nestkast aanwezig zijn. Vijgpapegaaien houden van hun
nestkast, ze slapen erin, paren erin en genieten ervan om het vrolijk op te
knagen. Nerveuze vogels zullen in het nest verdwijnen als ze benaderd worden en
deze mogelijkheid moet te allentijde open blijven. De vorm en afmeting van een
nestkast is van minder groot belang. Ze gebruiken grote en kleine kasten,
hoewel hun voorkeur uit gaat naar de grote. De kasten kunnen uitgevoerd zijn
met een tunnel, een dubbele kamer, horizontaal of verticaal zijn, elke vorm is
denkbaar.
Vijgpapegaaien hebben een reputatie als zouden het knagers zijn, maar dat is
van paar tot paar verschillend. Sommige vogels spenderen dagen aan het
molesteren van hun volière, terwijl andere nooit ergens aan knagen. Zelf heb ik
vijgpapegaaien gehouden in een volière waar een vijgboom in stond, die ze
overigens zelf gezaaid hadden uit het zaad van gedroogde vijgen die op de
snavel achter bleef en aan een tak werd afgeveegd. Vervolgens werden de zaden
er vanaf gespoeld en ontkiemden in de volièrebodem. De vogels bleven de
vijgboom snoeien maar hebben hem nooit zo ernstig beschadigd dat deze ten onder
ging. Eigenlijk bewerkten de vogels alleen de takken die hoger als een meter
zaten en hierdoor oogde de boom als een lage dichte struik. Er bleven echter
voldoende takken en bladeren over om de boom in leven te houden. Het is volgens
mij belangrijk om vogels te houden, zelfs papegaaien, in combinatie met planten
in dezelfde ruimte. Vogels en planten zijn met elkaar verbonden en vogels
geplaatst tussen takken en bladeren zullen zich sneller op hun gemak voelen.
Stress kan teruggedrongen worden, zelfs in kooien, door vogels te laten rusten
op takken met groen blad.
Het zal duidelijk zijn dat vijgen niet mogen ontbreken in het menu van
vijgpapegaaien. De vijgen zijn niet alleen door het vitamine K gehalte
belangrijk maar ook vanwege het diuretisch (uitscheidend) effect. Het menu in
de vrije wildbaan bestaat uit uiteenlopende vruchten. Dit betekent dat het
voer, als het eenmaal de darmen passeert, verre van vast te noemen is, en het
betekent dat er met regelmaat vers voedsel opgenomen moet worden. Hoe dan ook,
als we de vogels in gevangenschap houden, voeren we een grotere hoeveelheid
zaden, en met name zonnebloem. Niet op de laatste plaats kunnen zonnebloemzaden
noodlottig worden. Zeker zullen ze leveraandoeningen veroorzaken. Doordat vast
voer langer in de darmen blijft zal er verstopping kunnen optreden. Die kwekers
die vijgpapegaaien gekweekt hebben, hebben in de periode van jongen in het
nest, de zaden weg genomen een grote verscheidenheid aan vruchten aan het menu
toegevoegd. E. coli infecties kunnen een probleem zijn bij vijgpapegaaien,
zoals bij iedere nerveuze vogel, maar het zou goed kunnen dat de vijgpapegaaien
erg vatbaar zijn vanwege hun specifieke voedsel behoefte. Succesvolle menu’s
(waarbij de vogels in leven bleven en er gebroed werd) hadden meestal nectar,
een uitgebreid vruchten en groente assortiment, gekiemde zaden, levend voer
(meelwormen en wat mottenlarven) fijn gehakt vlees of geweekte hondebrokken,
baby voeding en een goede vitamine en mineralen supplement. Ook probiotics
(zoals entrodex) hebben uitgewezen bruikbaar te zijn om stress te onderdrukken
als er jongen in het nest zijn.
Bij een goed dieet is het probleem van het niet willen voeren van de jongen,
voor een groot deel verleden tijd geworden. In gevangenschap gehouden en
gekweekte vijgpapegaaien, vinden een steeds groter wordend
“verspreidingsgebied”, zowel in Europa als daarbuiten. Het is zeer
belangrijk dat deze kleine vogels door hun eigen ouders groot gebracht worden.
Vijgpapegaaien hebben een erg nieuwsgierig karakter en door handopfok wordt dit
alleen maar versterkt. Ze kunnen erg aandoenlijk en tevens zeer nukkig zijn en
dat soms bijna gelijktijdig. Vragend naar menselijk contact en aanraking kunnen
ze snel en zonder waarschuwing erg hard toe bijten. Met de hand opgefokte
vijgpapegaaien zullen, eenmaal volwassen, harmonieuze paren vormen, hoewel het
meer inspanning zal kosten om deze vogels tot broeden te krijgen.
Vijgpapegaaien zullen ongetwijfeld meer aandacht nodig hebben als de overige
psittacine. Niet alleen het samenstellen van hun menu zal meer tijd en geld
kosten, ook de overgevoeligheid voor stress, de vatbaarheid voor ziekten en
plotseling sterven kunnen behoorlijk kostbaar zijn. Het is van cruciaal belang
de waarschuwingstekens op te volgen en direct maatregelen te treffen. De
oorzaak van stress (“buur”vogels) of kou moet zo snel mogelijk
achterhaald en weggenomen worden. Men krijgt maar zelden een tweede kans bij
deze prachtige vogels.
Literatuur
FORSHAW, J.M., & COOPER, W.T. (1989): Parrots of the World, Landsdowne
Edition
COATES, B.J. (1985): The birds of Papua New Guinea, Dove Publications