Een mooie, kleine vogel die aantrekkelijk getekend is, geeft weer hoe de Meyer’s lori er uit ziet. Het heeft een aangenaam temperament en zelfs vogels die door de ouders zijn grootgebracht tonen weinig vrees. Helaas heeft het altijd in de schaduw geleefd van de meer kleurrijke soorten zoals de even grote viooltjes lori, Trichoglossus goldiei.
De Meyer’s lori is 17cm lang en weegt 40-50gram, de vrouwtjes zijn iets lichter. De nominaat vorm, de geelgroene lori, T.f.flavoviridis, is 21cm en weegt ongeveer 81 tot 91 gram. Zijn grootte, uiterlijk en stemgeluid zijn anders. Mogelijk zouden deze twee als verschillende soorten moeten worden beschouwd.
In tegenstelling tot de geelgroene lori is de Meyer’s lori een van de goedkoopste lories. Het is een ideale soort voor iemand die pas met lories begint en voor iemand die geen accommodatie buiten heeft maar alleen binnenkooien. Het zijn rustige, niet vernielzuchtige vogels die gemakkelijk te verzorgen zijn, levendig en interessant maar toch te vaak door lori enthousiasten over het hoofd wordt gezien. De mannetjes beginnen paringsgedrag te vertonen wanneer ze tien maanden oud zijn. Mannetjes en vrouwtjes kunnen bij elkaar gezet worden wanneer ze een jaar oud zijn maar zullen waarschijnlijk niet broeden voordat ze twee jaar zijn. Ik heb met mannetjes gekweekt die 11 jaar oud waren en ik schat dat ze vruchtbaar blijven tot ze 15 jaar zijn of misschien zelfs nog langer. De tijd dat ze voor de kweek gebruikt kunnen worden en ook de levensduur van deze lories is niet zo lang als dat van de grotere lorisoorten.
In dit artikel zal ik de levensloop van een paar in het wild gevangen Meyer’s beschrijven welke op 15 februari 1996 in mijn bezit kwamen.
Ik plaatste ze in een verwarmde vogelkamer buitenshuis in een kooi die helemaal gemaakt was van gaas, uitgezonderd de aluminium laden.
Deze kooi was 200cm lang, 43cm diep en 61cm hoog. Het was de bovenste kooi van een dubbele unit op een 61cm hoog onderstel op wieltjes. De drie 60cm brede laden zijn voorzien van oude kranten die iedere dag verschoond worden. Hierdoor vergt het schoonmaken erg weinig tijd. De Meyer’s hadden in een kooi gezeten die iets kleiner was maar waren direkt aan deze nieuwe kooi gewend.
Twee dagen later gebruikten ze, zoals gebruikelijk bij lori’s, het nestblok om er de nacht in door te brengen. Hun voedsel bestond uit Aves Lorinectar (een uitstekend produkt uit Nederland), gedroogde zonnepitten (zij weigerden om geweekte zaden te eten), appel, peren en trosgierst.
Uiterlijk zijn ze typisch een paar; het mannetje heeft donkerder gele wangvlekken en een iets grotere kop en snavel. Het duurde niet lang voordat hij begon te baltsen en met het vrouwtje probeerde te paren. Bij bijna iedere poging die ik kon gadeslaan werd hij door het vrouwtje afgewezen. Ze legde haar eerste eitje op 2 maart, ofwel 16 dagen na aankomst. Het tweede eitje werd in de middag van 4 maart gelegd. Dit laatste ei kwam 27 maart uit. Het eerste eitje was onbevrucht.
Het jong woog bij de geboorte 4,5gram en was bedekt met kort wit dons. Het ontwikkelde zich snel en werd geringd toen het slechts 9 dagen oud was met een 5mm ring. De oogjes begonnen open te gaan met 13 dagen en waren helemaal open met 17 dagen. De groene veren opzij van de kop en aan de staart werden zichtbaar met 19 dagen. Het nestmateriaal moest iedere drie tot vier dagen verschoond worden, later iedere twee dagen, daar het al snel te nat werd. Ondanks mijn pogingen om het nest droog te houden plukten de ouders het jong van onderen kaal. Toen het na 54 dagen het nest verliet was het van onderen helemaal kaal. Pas uitgevlogen jongen verschillen van de ouders doordat ze een bruine snavel hebben, een bruinachtige iris en de markeringen nog minder fijntjes zijn.
Op de eerste dag zat het rustig in de kooi, af en toe om voer bedelend bij zijn vader. Ik heb nooit waargenomen dat de moeder het jong voerde. De volgende dag wist het de weg in de kooi en ging ’s avonds weer terug in het broedblok. Daarna trok het zich altijd vroeg terug, zo rond 17.00uur.
Op de dag dat het uitvloog heb ik wat vogelmuur op de bodem van de kooi gelegd. Het mannetje vloog er direkt op af om er van te proeven, onmiddellijk gevolgd door het jong die er al gauw van begon te knabbelen. Een paar dagen later strooide ik wat graszaden op de bodem van de kooi. De ouders waren niet geïnteresseerd maar het jong begon er direkt van te proeven.
Op 1 juni werd ’s morgens vroeg het eerste eitje van het tweede legsel gelegd. Het mannetje viel toen het jong aan en hoewel het pas 12 dagen daarvoor was uitgevlogen moest ik het toch verwijderen. Ik geef er de voorkeur aan om jonge lori’s minstens een maand en soms langer bij de ouders te laten. Vaak zullen sommige ouders de aanwezigheid van een enkel jong uit het vorige nest accepteren wanneer ze de jongen van het volgende nest groot brengen. Maar in dit geval heb ik het jong naar een kleine kooi overgeplaatst. Al heel snel dronk hij zelf nectar en begon van het muur te knabbelen.
Het tweede legsel bestond uit slechts een eitje. Dit kwam waarschijnlijk doordat een Irislori die steeds haar eitjes breekt op dezelfde dag ook een eitje had gelegd. Ik had haar eitje in de broedmachine gelegd. De volgende dag heb ik dit bij de Meyer’s in het nest gelegd. Daar deze nu op twee eitjes zat te broeden heeft haar lichaam waarschijnlijk aangegeven dat het legsel kompleet was. Haar eigen eitje kwam op 24 juni uit het eitje van de Iris die dag of de dag erna. Terwijl het jong uit het eerste nest al na 9 dagen geringd was, bleek de ontwikkeling van dit jong een beetje langzamer, zoals waarschijnlijk wel te verwachten viel met twee jongen in het nest. Het jong werd geringd toen het 12 dagen oud was. Beide jongen hadden iets te lijden van het veren plukken van de ouders maar niet zo veel als het jong in het vorige nest.
De Meyer’s verliet het nest na 54 dagen en de Iris na 58 dagen. Een week nadat de Iris het nest had verlaten heb ik het mannetje van de Meyer’s naar een andere kooi overgebracht, aangezien ik hem niet vertrouwde. Twee weken later heb ik beide jongen verwijderd en het mannetje weer teruggeplaatst bij het vrouwtje. Dertien dagen later legde het vrouwtje opnieuw haar eerste eitje, drie dagen later gevolgd door een tweede eitje.
De twee jongen uit verschillende nesten werden samen gehouden in een 1.80m lange kooi voorzien van een nestkast die ze vanaf de eerste dag gebruikten.
Ze waren zeer speels en rolden uren over de bodem van de kooi. De jongen uit het eerste nest waren inmiddels zo tam dat ze zo op mijn arm plaatsnamen. Ik had niet getracht ze tam te maken.
De eitjes van het derde legsel waren onbevrucht, waarschijnlijk omdat het vrouwtje te snel na terugkeer van het mannetje gelegd had.
Het volgende legsel werd gelegd op 30 oktober en 3 november. Een ei haalde ik eruit en in plaats daarvan legde ik twee verse eitjes van de Musschenbroeklori eronder. De Musschenbroeken pleegde hun eitjes altijd te beschadigen.
Handopfok
Alle drie jongen kwamen binnen een tijd van vier dagen uit. Echter de kleinste, een Musschenbroeklori, werd nauwelijks gevoerd. Deze hield ik eruit voor handopfok. Toen de jonge Meyerlori 7 dagen oud was heb ik deze er ook uitgehaald omdat ook deze in groei achter begon te raken. Op 12 december heb ik ook het laatste jong eruit gehaald omdat deze geplukt werd. Tevens bleef het vrouwtje niet meer in het nest en aangezien de temperatuur in hun ruimte maar 10 graden was hield ik er rekening mee dat het jong onderkoeld zou kunnen worden. Voor de eerste keer gebruikte ik een commercieel handopfokvoer nl. KayTee Exact. Het kleinste jong voerde ik om de 1,5 uur vanaf 6:45 in de morgen tot 22:45 in de avond. De jongen ontwikkelde zich zo snel dait ik al snel om de 2,5 uur kon voeren. Dit tijdschema hield ik aan tot dat het oudste jong 51 dagen was. Daarna begonnen de jongen verwarmde opfokvoeder van Lori nektar te drinken. Dit warme mengsel werd meerdere keren per dag aangeboden en het aantal keren dat nog met het lepeltje werd gevoederd werd verminderd. In deze tijd werden ze ook overgebracht naar een onverwarmde kooi waar ze al direct op de stok plaats namen. Ze begonnen vrijwel direct aan vliegoefeningen.
Samenvatting
Jonge lori’s laten zich zeer gemakkelijk met de hand grootbrengen en er is ook geen papegaaiachtige die zo snel zelfstandig is.
Zoals eerder vermeld werden de laatste drie jongen op 12 december van de ouders gescheiden.
Het vrouwtje legde op 30 december opnieuw een eitje. Deze keer bleef het bij slechts een eitje, dat nog steeds bebroed werd op het moment dat ik dit artikel schrijf. Dus binnen een jaar heeft dit paar drie jongen geproduceerd (het zouden er ongetwijfeld vier zijn geweest als ik niet een eitje verwijderd had), hebben ze een Iris grootgebracht van de geboorte tot het onafhankelijk was en hebben ze een Musschenbroek’s gevoerd tot het moment dat ik het verwijderde. Het zijn goedkope kleine vogels maar ze hebben zeker hun kostgeld terug betaald!
Ze zijn heel erg makkelijk te voeden. Nectar, fruit en zonnebloem pitten vormen de basis van hun dieet maar ze nemen geen grote hoeveelheden van enige van deze soorten tot zich. Appels, peren en granaatappels zijn de meest geliefde fruit soorten; trosgierst wordt ook gegeten en af en toe een paar kleine zaden zoals safflower en haver. In het laatste nest, toen de Musschenbroek’s werd grootgebracht, had ik de beschikking over een grote hoeveelheid granaatappels die ik goedkoop op de kop had weten te tikken en het jong werd bijna helemaal alleen gevoerd met deze appels en zonnepitten. Hierdoor bleef het nest vrij droog.
Ik kweekte voor het eerst met deze soort in 1976 en gedurende de tijd dat ik in Engeland woonde heb ik ieder jaar jongen grootgebracht. Er werd ook mee gekweekt toen ik curator was van Loro Parque. Er waren geen Meyer’s in de collectie van Palmitos Park. Ik miste deze soort zo erg dat de enige soort die ik kocht toen ik in Engeland terugkeerde een paartje Meyer’s was. Alhoewel ze niet zo uitbundig gekleurd zijn als veel andere lori soorten hebben ze een zeer bekorende en erg aantrekkelijke persoonlijkheid. Ze zullen altijd een van mijn lievelingen zijn.
Meyer’s lori:
Gewicht van een door de ouders grootgebracht jong (waarschijnlijk een mannetje) en een met de hand grootgebracht jong (waarschijnlijk een vrouwtje), beide van dezelfde ouders. Het jong dat met de hand werd grootgebracht werd verwijderd nadat het 7 dagen oud was omdat het niet mee kon komen met het grotere pleegjong in het nest.
Door Rosemary Low, Groot-Brittanië.