Purperbuik lori.
(Lorius hypoinochous devittatus).
Duits: Schwartzsteislori.
Engels: Purple bellied lory.
Frans: Lori à ventre pourpre.
Herkomst: Misima, Tagula en
zuidoost Nieuw-Guinea.
Totale lengte: 28 cm.
Ringmaat: 7 of 8 mm.
Gewicht: 200 tot 240 gram.
Broedduur 23/25 dagen.
Jongen uit nest na 70 dagen.
Uiterlijk: Voorhoofd, kruin en de nek zijn zwart, vleugels groen, onderbuik ,dijen en de onderstaartdekveren zijn purperblauw. De rest van het lichaam is overwegend rood. De ondervleugeldekveren zijn rood en aan de buitenkant zwart. Er bevindt zich een brede gele band op de onderkant van de slagpennen. In de nek hebben ze een brede vage mat purperen kraag waarvan een gedeelte een zwakke tekening laat zien. Als opmerkelijk kenmerk aan deze vogel is de opvallend witte washuid aan de snavel bij volwassen vogels. De snavel is oranje en de poten grijs.
Deze mooie lori is slechts zeer zelden ingevoerd en is dan ook bij velen totaal onbekend. Volgens Rosemary Low is hun geluid ruwer dan dat van de zwartkoplor (Lorius lory) en hun roep klinkt ook anders dan die van de nominaatvorm het is meer een nasaal gejammer en de aparte hinnikende kreten zijn kenmerkend voor deze soort.