Door: Peter Kreis, Duitsland
De schubbenlori is, zoals de foto laat zien, een overwegend groene vogel die zijn leefgebied heeft in het oosten van Australië. Daar is het een algemene soort die door de lokale kwekers veel gehouden wordt.
Circa 4 jaar geleden kon ik in een dierenzaak een paar schubbenlori’s kopen. De vogels waren zeer tam en het mannetje bedelde om gekocht te worden. Het duurde slecht een enkele minuut om mij te overtuigen en ik nam de twee mee naar huis. Hier heb ik ze in mijn wintertuin in een kweekkooi gedaan. Op een beschrijving en de afkomst van de vogels ga ik niet verder in omdat er genoeg literatuur en beeldmateriaal voorhanden is.
Het zijn bijzonder goede uitbrekers die geen gelegenheid onbenut laten om uit de kooi te komen om door het vogelhuis te vliegen. De kleinste spleet of een iets openstaande deur wordt direct gebruikt om te ontsnappen. Nadat ze in een volière ondergebracht waren kreeg ik iedere morgen hetzelfde beeld te zien, de 2 schubbenlori’s zaten voor hun volière en ‘lachten’ mij uit, dagen lang hetzelfde spektakel. Iedere dag heb ik een gat, waarvan ik dacht dat het een ontsnapping opening zou kunnen zijn, gesloten. Toen was mijn geduld op. Ik gaf ze s’morgens voer en liet ze buiten hun volière zitten en ziedaar ze gingen uit zich zelf weer naar binnen. In de deur zat een gat in het gaas wat op het eerste gezicht niet als een ontsnapping opening betiteld zou kunnen worden. Nadat ik het gerepareerd had was het afgelopen met de ontsnappingen.
Huisvesting
Mijn schubbenlori’s zijn in een broedkooi van 1,6 m x 0,5 m x 0,5 m ondergebracht. In de kooi zijn 3 zitstokken van verschillende diameter geplaatst. Aan het ene uiteinde van de kooi zit een invlieggat om in de nestkast te komen. De nestkast heeft een afmeting van bodem 18 x 12 cm en 18 cm hoog. De bodem van de broedkooi en ook die van de nestkast zijn voorzien van een 4 cm dikke laag houtkrullen. De wintertuin wordt de gehele dag door de zon beschenen en de temperatuur loopt daardoor in de zomer hoog op. Tijdens de wintermaanden wordt alles middels de cv installatie verwarmd. In de zomer hebben de vogels gemiddeld 16 uur zonlicht en tijdens de winter wordt door kunstmatige verlichting 12 uur licht per dag gegeven. De temperatuur kan in de zomer oplopen naar 40° C wat de vogels niet schijnt te deren mits er voldoende badwater en voer ter beschikking staat. In de winter daalt de temperatuur niet beneden de 15° C.
De zitstokken zijn wilgentakken die iedere 1 á 2 maanden vervangen worden. In en onder de schors van wilgen zitten stoffen die de gezondheid van de vogels ondersteund. De schors word dan ook in z’n geheel van de takken afgeknaagd.
Voeding
Omdat ik van mening ben dat niet iedere lorisoort hetzelfde voer hebben moet, heb ik mijn voer diverse keren gewijzigd. De schubbenlori’s hebben echter met ieder aangeboden voer gekweekt. Momenteel voer ik een voer zoals dhr Neff dat voert. Hierbij wordt twee keer per week wortelsap met honing gedaan wat overigens kant en klaar verkrijgbaar is. Tijdens de kweek meng ik tevens een kleine hoeveelheid yoghurt door het voer.
s’Morgens geef ik het normale voer en s’avond krijgen ze fruit. Het fruit bestaat voor het overgrote deel uit appels en peren. Wat de schubbenlori’s erg graag eten zijn geweekte rozijnen. Naar gelang het aanbod voer ik ook bananen, druiven, komkommers en frambozen. Sinds kort eten ze zelfs meelwormen. Door ervaringen met andere lori’s heb ik vast kunnen stellen dat de jongen sneller groeien door het verstrekken van dierlijke eiwitten. Tijdens de kweektijd geef ik ook nog een opfokvoer (eivoer) waardoor ik ook nog een fruitpaté / universeelvoer, voer voor o.a. spreeuwen, mix. Hierin zijn miereneieren en andere insecten larven verwerkt. Dit voer wordt altijd tot de laatste kruimel opgegeten. Wel moet er op gelet worden dat ze niet te veel krijgen en daardoor te vet worden want dan kan de kweek ook afgeschreven worden.
De kweek
Mijn schubbenlori’s hebben er een sport van gemaakt om iedere keer als ik voer of hun kooi schoonmaak, de balts rituelen in te zetten. Na enkele minuten te “krijsen” en op en neer te wippen drukt de pop zich plat op de zitstok en wordt er een paring begonnen. Ze lieten zich hierbij door niets storen en ik geloof dat ze beide zo uit de kooi gehaald zouden kunnen worden. Na een korte periode kon een duidelijk uitgezakt onderlichaam waargenomen worden en binnen 2 dagen was er dan ook een ei gelegd wat 2 dagen later gevolg werd door een tweede ei. Na een 26 dagen durende broedtijd kwam het eerste ei uit. Het tweede ei bleek onbevrucht te zijn. Na 10 dagen heb ik het jong geringd met een ringmaat van 5,5 mm. Het jong werd zonder problemen door de ouders verzorgd. Iedere dag werd door mij het nest geïnspecteerd en ik kon vaststellen dat het jong prima groeide. Toen het jong 3 weken uitgevlogen was heb ik het van de ouders gescheiden waarna de man bijna direct weer begon te baltsen. Nog geen 3 weken later hadden ze het tweede legsel al. Ook dit keer verliep alles zonder problemen. Ook in de wintermaanden hadden ze eieren. Alles tijdens het broeden verliep zoals bij de voorgaande rondes echter kwamen deze keer de jongen niet uit het ei. Dit is twee keer achtereen voorgevallen. Het legsel in het voorjaar kwam daarentegen normaal uit. Hetzelfde gebeurde bij een paar Meyerlori’s, trichoglossus flavoviridis meyeri, en als dan wat denkwerk verricht word kom je vanzelf achter de oorzaak. Radiator bevond zich dicht bij de nestkast waardoor de luchtvochtigheid erg laag werd. In de eieren bevonden zich volledig ontwikkelde jongen. Het zijn slecht een paar procenten geweest wat de luchtvochtigheid te laag was en toch gaf dat al uitkomstproblemen.
Ondertussen zijn de vogels naar een volière verhuist maar nakweek blijft tot nu toe nog uit. Is het nu de warmte of omgeving die ze tegenhoudt of zijn het toch de buren in de aangrenzende volière die ze storen. Tijdens het schrijven van dit stuk is het bij ons erg warm en ik zie de vogels weer baltsen en paren. Waarschijnlijk speelt de warmte een belangrijke rol in de kweek.
De schubbenlori’s zijn makkelijke kweekvogels uit het Trichoglossus-geslacht. Ze stellen weinig eisen betreffende de verzorging. Helaas zien we de schubbenlori steeds minder vaak. In de enkele opgetreden mutatie’s zijn slechts weinig liefhebbers geïnteresseerd. Ik beleef zeer veel plezier aan mijn schubbenlori’s en heb de koop dan ook nooit betreurd. Ik hoop dat er nieuwe pogingen worden gedaan om met deze soort te werken.