Het geslacht Trichoglossus, ook wel wigstaart-lories of regenbooglories genoemd, bestaat uit 10 rassen met intotaal 37 ondersoorten. Deze goep lories is wel de meest bontgekeurde van alle lorisoorten.
Tevens is het de familie met de meeste soorten en ondersoorten en het grootste aantal kleurvariaties. Ze varieren in grootte van plm. 18 cm. tot 28 cm. De naam wigstaartlories hebben hebben ze te danken aan hun wigvormige staart. Het is vaak moeilijk om bij de vogels van dit geslacht een paartje samen te stellen, aangezien de meeste soorten geen uiterlijke geslachtskenmerken tonen. Verder moeten we bij het aanschaffen van deze vogels goed opletten wat we kopen, want bij b.v. het ras Trichoglossus haematodus, ofwel de groenneklories, dat bestaat uit 21 ondersoorten, is het vaak uitermate moeilijk om precies te zien met welke soort we te doen hebben.Soms worden dan ook van deze soort twee verschillende vogels als paar aangeboden of zelfs ook wel bastaarden van twee verschillende soorten en juist dit bastaarderen moeten we voorkomen, we moeten er uiteraard voor zorgen de vogels raszuiver te houden. Het heeft trouwens geen enkele zin om lories onderling te kruisen daar ze toch niet mooier zijn te kweken dan ze al zijn. Verschillende soorten van deze familie zoals de schubbenlori, (Trichoglossus chlorolepidotus), de roodneklori, (Trichoglossus h. rubritorquis), de lori van de blauwe bergen, (Trichoglossus h. moluccanus), en de irislori, (Trichoglossus iris), eten wel wat zaden.
De lori van de blauwe bergen is wel de meest gehouden en gekweekte soort van deze familie. Er zijn tevens net als van de schubben lori alle diverse mutaties gekweekt.
Tevens eten alle soorten graag diverse soorten groenvoer, zoals muur, andijvie, sla enz. en uiteraard verse wilgentakken en takken van fruitbomen, het liefst met bloesem er aan. Zaad mag echter nooit hun hoofdvoedsel worden als U de vogels tenminste in goede conditie wilt houden en er nog eens kweekresultaten mee wilt behalen. Diverse trichoglossus soorten kunnen in onze winters wel in een onverwarmde voliere gehouden worden, maar we moeten wel zorgen dat ze het hele jaar over een dikwandige nestkast kunnen beschikken. Tevens moeten we erop letten of de vogels geen aanstalten maken om te gaan broeden, want dit doen ze veelal in onze wintermaanden en dan is het wel aan te raden de nestkast in een verwarmd nachthok te hangen, anders hebt U kans dat de eieren tijdens het luchten, wat lories vrij vaak en lang doen, te veel afkoelen. Over het algemeen behoren de lories van dit geslacht tot de sterkste soorten en tevens gaan de meeste vij gemakkelijk tot broeden over. Er worden dan ook regelmatig goede kweekresultaten mee behaald. De vogels van dit geslacht zijn over het algemeen broedrijp op een leeftijd van een tot anderhalf jaar en de broedtijd bedraagt bij de verschillende soorten van 22 dagen tot 25 dagen.