De smaragd lori of
Ultramarijnlori, (Vini ultramarina).
Tot de mooiste lorisoorten kunnen zeker die van het geslacht Vini gerekend
worden. Twee van de vijf soorten (er zijn geen ondersoorten bekend) hebben voor
lories uitzonderlijke kleuren. Iedere vogelliefhebber is het er overeens dat de
lories tot de mooiste papegaaiachtige behoren, maar geen van hen bezit de
bijzondere kleuren van de Saffierlori,(Vini peruviana) en de Smaragdlori, (Vini
ultramarina). Beide hebben de blauwe kleur als hoofdkleur. Vooral de
Smaragdlori heeft een kleur blauw die we meestal alleen maar kennen bij diverse
mutaties in de vogelwereld. In o.a. het Natuurhistorisch museum te New York
zijn vele balgen van de Vini soorten te vinden. Wanneer men de balgen
vergelijkt zijn de kleuren van de Smaragdlori bijna nog mooier dan die van de
felgekleurde Saffierlori.
Beschrijving:
Lengte ca. 18 cm.
De bijgaande foto geeft een goed beeld hoe de Smaragdlori er uit ziet. De niet
zichtbare bovenzijde is lichtblauw, de stuit wat lichter getint. Jonge vogels
zijn aan de onderzijde dof donkerblauw; hier en daar zijn de veertjes wit
gezoomd. De snavel is donkerbruin, de iris donkerbruin en de pootjes
oranjebruin. Gemiddeld genomen zijn de vrouwtjes wat kleiner van formaat dan de
mannetjes.
Verspreidingsgebied:
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied waren de marquesas eilanden. Deze
behoren tot Frans Polynesie. Op dit moment komt de soort alleen nog maar voor
op Ua Huka en Fatu Hiva en sporadisch op enkele andere eilanden.
Waarnemingen door Holyoak in 1975:
Holyoak heeft een dedegen onderzoek naar deze lorisoort verricht in 1975. Het
onderstaande is door hem gepubliceerd . De vogels werden meestal in paren of
als enkele vogels waargenomen. Zelden in kleine groepjes. Meestal werden ze
aangetroffen in de boomtoppen waar ze luidruchtig van de ene top naar de andere
vlogen. Hun vlucht is snel en direct. Het voedsel bestond hoofdzakelijk uit
pollen, nectar, diverse soorten vruchten en insecten en hun larven. Groepjes
van deze vogels komen wel eens naar de dorpen om zichzelf te voeden in de bomen
van de lokale tuinen.
Voortplanting:
Voorplanting vindt plaats tussen Juni en Augustus. Het nest is meestal een
holte in een rottend stuk tak. Echter ook oude nesten die door vinkachtigen
gemaakt zijn worden gebruikt. In avicultuur werd deze soort voor het eerst in
1939 door de Hertog van Tavistock gekweekt. Hier zijn niet veel gegevens van
bekend. Beide ouders bebroedden het eitje (het ander was buiten het nest
gelegd) en zorgden voor het jong. Deze vloog na 8 weken uit.
Het uitzetten van de Ultramarijnlori in de Marquesas eilanden:
In ‘Bird Conservation International’is een stuk verschenen over
bovenstaande onderwerp. Dit artikel is door Jan Roger van Oosten aan mij
toegezonden. Gezien de lengte van het oorspronkelijke artikel wil ik hier het
een en ander verkort weergeven. De ultramarijnlori is een van de meest
bedreigde lorisoorten. Nadat deze lori waarschijnlijk over de hele Mayuesas
Archipel verspreid is geweest komt hij nu bijna alleen voor op het hele kleine
eiland Ua Huka. Op basis van fossielen concludeert men dat voordat mensen voet
aan wal gezet hadden de lorisoort over de hele eilandenketen voorkwam (Steadman
1989). Nadat de eerste kolonisten gearriveerd waren, verminderde het aantal
zeer snel. In de jaren zeventig zijn er nog tellingen verricht (door Holyoak en
Thibault), deze gaven de volgende cijfers te zien; Op Nuku Hiva tussen de 40 en
150 exemplaren in 1972 , op Ua Pou 250 tot 350 paren in 1975, op Ua Huka
200 tot 250 paren in 1975. De laatste vogels stammen allen af van twee vogels
die in 1941 vanaf Ua Pou geïntroduceerd werden (inteelt blijkt geen invloed uit
te oefenen). Tijdens de laatste onderzoeken in 1988 (Thibaut) en in 1991
(Seitre en Seitre) bleek dat de Smaragdlori van zowel Nuka Huva als van Ua
Pou bijna geheel verdwenen was. Dit alles heeft er toegeleid dat in 1990 een
beschermingsprogramma is ontwikkeld. Gezien de resultaten voorheen heeft men nu
weer gekozen voor het uitzetten van de lori op een ander eiland. Een totaal van
29 lories zijn tussen 1992 en 1994 uitgezet. Er zijn diverse voorwaarden waar
een eiland aan moet voldoen; dit zijn biologische, politieke en praktische
voorwaarden. Biologische voorwaarden: het eiland moet ratvrij zijn, dit heeft
de hoogste prioriteit. Het gaat hier om de op vele eilanden geïntroduceerde
zwarte rat, Rattus rattus. Deze heeft o.a. de eieren en de jongen van de
Smaragdlori op het men u staan. Waarschijnlijk zijn deze ratten de
belangrijkste oorzaak van het verdwijnen van de Smaragdlori van Nuku Hiva en Ua
Pou. Verdere bedreigingen die zich op bepaalde eilanden hebben voorgedaan zijn
ontstaan door agrarische activiteiten zoals het verdwijnen van geschikte
biotopen door begrazing. Tropische stormen, copetitie met geïntroduceerde
dieren zoals sommige soorten honingbijen en ziekten die bananenbloesem
aantasten hebben ook mede er voor gezorgd dat het aantal achteruit ging. Boven
alles is de havenuitbreiding op Nuku Hiva en Ua Pou waarschijnlijk de
belangrijkste oorzaak; deze zorgden voor de introductie van de zwarte rat.
Alternatieve eilandjes als Tahuata, Eiao en Mohotani bleken ook niet geschikt
te zijn omdat op Tahuata ratten zijn gevangen en de twee andere eilandjes
te lijden hebben van overbegrazing. Zowel op Ua Huka als op Fatu Hiva zijn nog
geen zwarte ratten gesignaleerd. De Polynesische rat Rattus exulans, is een van
nature voorkomende rat. Het is niet gebleken dat deze daadwerkelijk schade
toebrengt aan het bestand van de Smaragdlories. Fat Hiva heeft geen vliegveld
of haven zodat de kans op introductie van de zwarte rat klein is. Grote
delen van dit 80 vierkante kilometer grote eiland telt nog geschikte biotoop.
Het voorkeursvoedsel beschikbaar op Ua Huka is ook op Fatu Hiva aanwezig.
Politieke en praktische voorwaarden; Fatu Hiva is ook gekozen omdat het maar
een kleine menselijke populatie kent (ongeveer 500 personen in 1989). Men kan
de discussie aangaan dat de Smaragdlori alleen uitgezet moet worden op een
eiland dat niet bewoond is. Echter, wanneer er een goed beschermplan is
opgesteld dan levert dat voor de lokale bevolking werk, geld en interesse op.
De lokale autoriteiten van Fat Hiva heeft iemand aangesteld die permanent op
dit eiland berblijft en die zo goed mogelijk de vogels in de gaten houdt.
Bescherming op langere termijn heeft alleen zin wanneer de bevolking er bij
betrokken wordt. Dit hel project (Polynesia Lory Project) wordt
gefinancieerd door; De Zoological Socity of San Diego en de Delegation de
Lénvironnement, Frans Polynesie.
Door Jos Hubers.