De Purperkroonlori.

Purperkroon lori.
(Glossopsitta porphyrocephala).
Duits: Blauscheitellori.
Engels: purple-croned lorykeet.
Frans: Loriquet à tête purpre.
Herkomst: West en Zuid Australiè.
Totale lengte: 15 cm.
Ringmaat: 4/4,5 mm.
Gewicht:35 tot 50 gram.
Broedduur 21/22 dagen.
Jongen uit nest na 45 dagen.

Uiterlijk: `De rug is hoofdzakelijk groen terwijl de borst meer lichtblauw  is de oorstreek is oranjegeel, het voorhoofd is oranjerood de kruin donker purper, de mantel bronskleurig en de vleugelbocht is helder blauw, de binnenkant van de vleugels rood, de snavel zwart en poten grijs.

Purperkroon lori’s komt in Australië in vrij grote aantallen voor en leeft meestal in kleine tot grotere groepen samen vaak in gezelschap van muskuslori’s. Vroeger was het ook in hun land van herkomst vrij moeilijk om met deze vogeltjes te kweken maar de laatste jaren levert dit over het algemeen geen problemen meer op. Misschien dat dit in het verleden te maken had met de voeding die ze kregen want in het wild leven ze hoofdzakelijk van fruit en de bloemen van verschillende eucalyptusbomen. Doordat ze ook veel fruit eten zijn ze bij de inheemse bevolking niet zo bijzonder geliefd. Door de liefhebbers worden ze echter na de dwerglori’s het meest gehouden, zowel in kolonieverband als paarsgewijs. Van de purperkroonlori zijn in Australië ook een aantal mutaties bekend waarvan de cinamon de bekendste is, deze vogel is bijna hoofdzakelijk geel, alleen de rode band boven de snavel is gebleven. De purperkroon legt normaal gemiddeld 4 eieren per legsel en de broedduur bedraagt 20 tot 22 dagen en de jongen vliegen uit op een leeftijd van plm. 41 tot 45 dagen. Helaas mogen ook deze prachtige vogeltjes niet uitgevoerd worden, ook geen gekweekte exemplaren, zodat we ze hier in Europa niet tegenkomen.

In kolonie gehouden.

Meer info.

error: Content is protected !!