Blauwstrepen lori.
Latijns: Eos reticulata.
Duits: Blaustrichellori.
Engels: Blue Streaked Lory.
Frans: Lori strié bleu.
Herkomst: Tenimber eilanden.
Totale lengte: 30 cm.
Ringmaat: 7 mm.
Gewicht plm.140/170 gram.
Broedduur 24 dagen.
Jongen uit nest na 70 dagen.
Uiterlijk: Overwegend rood van kleur, de borst en dijen zijn overgoten met een violette waas, de nek en boven gedeelte van de rug vertonen helderblauwe, ongeveer 1 cm. lange streepjes. Aan de zijkant van de kop hebben ze een blauwzwarte vlek die loopt vanaf het oog tot aan de nek, waar ze als het ware overgaat in de blauwe streeptekening. De vleugeldekveren bestaan uit zwarte veren met een rode zoom. De grote slagpennen zijn zwart met rode spiegels, de snavel is oranjerood.
De blauwstrepen lori kwam oorspronkelijk alleen voor op de Tenimber eilanden, maar is later ook ingevoerd op de Kei eilanden en Damar. Van deze soort bestaan geen ondersoorten. Er zijn geen uiterlijke geslachtsverschillen zichtbaar.
Deze lori is een van de mooiste soorten uit de Eos familie. Het zijn zeer levendige vogels, die zeer veel aandacht vragen van hun verzorgen en over het algemeen zeer tam en aanhankelijk worden. Als ze eenmaal geacclimatiseerd zijn, zijn het vrij sterke vogels die echter s’winters het beste vorstvrij gehuisvest kunnen worden. Het zijn enorm komische vogels wat hun gedrag betreft, mochten ze eens geen aandacht krijgen dan vragen ze er wel om door aan het gaas hangend de gekste capriolen uit te halen, onderwijl bedelend om iets lekkers, waarbij ze een zacht, niet onaangenaam sjirpend geluid laten horen. Het is een schitterend gezicht om naar het baltsgedrag van deze vogels te kijken. Ze lopen dan meestal in de lengterichting van de takken of zitstokken poot over poot naar elkaar toe onderwijl langzaam met de vleugels klapperend, waarna ze als als ze elkaar zijn genaderd, elkaar als het ware met beide vleugels omarmen en gezellig beginnen te snavelen. Daarna volgt meestal de paring, die meestal vrij lang kan duren. Er worden twee eieren gelegd, die 24 tot 26 dagen door de pop worden bebroedt, terwijl de man haar s’nachts in het broedblok gezelschap houd. De jongen blijven tien tot twaalf weken in het nest, waarna ze uitvliegen en nog enige weken door de ouders worden gevoerd voordat ze zelfstandig zijn. Als de jongen uitgevlogen zijn lijken ze veel op de ouders alleen is de violette waas over de borst veel donkerder waardoor de hele vogel donkerder lijkt. Tevens is de snavel zwart i.p.v. oranjerood. Blauwstrepen lori’s worden betrekkelijk weinig aangeboden en het is ook enorm moeilijk om een paartje samen te stellen aangezien er totaal geen uiterlijk geslachtsonderscheid waarneembaar is, soms is er wel enig verschil in grootte te zien maar dan moet je toch wel enige ervaring hebben.
Het eerste paartje blauwstrepen lori’s kocht ik als gegarandeerd kweekkoppel en afgaande op hun gedragingen leek dit ook inderdaad het geval te zijn. De ene vogel was iets forser dan de ander en na zeer korte tijd kon ik al regelmatig paringen waarnemen waarbij de grootste vogel steeds de rol van man vervulde. Toen echter na een jaar werden de rollen plotseling omgekeerd en speelde de kleinste vogel voor man. Dus dan weet je helemaal niet meer waar je aan toe bent. Verder dan regelmatig paren kwam het niet en eieren werden er niet gelegd. In de veronderstelling dat ik twee mannen in mijn bezit had ging ik op zoek naar een pop wat mij na na enige tijd lukte door met een bevriende loriliefhebber een van de vogels te ruilen die in het bezit was van twee poppen (deze legden regelmatig tegelijkertijd 4 eieren welke uiteraard onbevrucht waren). Deze liefhebber had na vrij korte tijd bij zijn nieuwe koppel reeds eieren waaruit hij twee mooie jongen op stok kreeg. Mijn nieuwe pop legde echter ook vrij snel twee eieren welke door beide vogels bebroed werden, deze bleken echter onbevrucht te zijn. Na plm. zes weken bleek ook de reden waarom deze eieren onbevrucht waren, want toen lagen er binnen een week 4 eieren in het nestblok, die ook onbevrucht bleken te zijn. Hierdoor kon ik dus constateren dat ik nu in het bezit was van twee poppen.Een reden temeer dus om niet direct aan te nemen dat vogels die zich als een paar gedragen of waar enig verschil in grootte zichtbaar is ook werkelijk een paar zijn. Naderhand bleek namelijk dat de kleinste van mijn eigen vogels een man was en dat het niet altijd opgaat dat de mannen forser zijn dan de poppen. daarom is het ook aan te bevelen Uw vogels bij twijfel te laten seksen. Dit kan tegenwoordig d.m.v. endoscopie maar ook door middel van D.N.A. onderzoek, hierbij wordt de vogel niet onder narcose gebracht en geopereerd maar kan men volstaan met het uitrekken van een paar veertjes en deze dan opsturen naar het betreffende laboratorium.
Fokke Beswerda.